Back

Betrouwbaarheid van online bronnen beoordelen met de CRAAP test

Met het exponentieel toenemende aantal online bronnen, is het soms lastig voor leerlingen om te zeggen of deze betrouwbaar zijn om te gebruiken.  Want, hoe weet je of een bron foute of onbetrouwbare informatie bevat?  Het is van groot belang dat de leerlingen leren om kritisch bronnen te leren beoordelen. Maar hoe kunnen we leerlingen helpen om hier vaardiger in te worden?

De CRAAP-test

Een nuttige vuistregel die je leerlingen kunt aanleren is de ‘CRAAP-test’. De CRAAP-test werd ontwikkeld door Sarah Blakeslee (2004) van de California State University, Chico. De test is bedoeld om het leerlingen gemakkelijker te maken om te bepalen of hun bronnen kunnen worden vertrouwd. Zo wordt de kans op het gebruik van onbetrouwbare informatie voor verslagen, projecten of studeren verminderd. Je kunt deze test eens grondig doorlopen voor websites over jouw vak, zodat leerlingen bewuster worden van hoe makkelijk ze soms dingen voor waar aannemen.

CRAAP is een Engels acroniem voor Currency (Actualiteit), Relevantie, Autoriteit, Accuraatheid, Purpose (Doel).

Currency – Actualiteit

Dit gaat over de actualiteit van de website.

Vragen die je kunt stellen zijn:

  1. Wanneer is de informatie gepubliceerd of geplaatst?
  2. Is de informatie herzien of bijgewerkt?
  3. Is de informatie actueel of verouderd voor het onderwerp?
    Werken de hyperlinks nog?

Relevantie:

Hier gaat het over in hoeverre de gevonden informatie relevant is voor je informatievraag.

Vragen die je kunt stellen zijn:

  1. Heeft de informatie betrekking op uw onderwerp of beantwoordt u uw vraag?
  2. Wie is het beoogde publiek?
  3. Is de informatie op een geschikt niveau (d.w.z. niet te simpele of geavanceerd voor je doel)?
  4. Heb je naar verschillende bronnen gekeken voordat je koos om deze te gebruiken?

Autoriteit:

Hier beoordeel je de bron van de informatie

Vragen die je kunt stellen zijn:

  1. Wie is de auteur/uitgever/bron/sponsor?
  2. Wat zijn de kwalificaties van de auteur om over het onderwerp te schrijven?
  3. Wat zijn de referenties of organisatorische voorkeuren van de auteur?
  4. Zijn er contactgegevens, zoals een uitgever of e-mailadres?
  5. Onthult de URL iets over de auteur of bron?   Voorbeelden:
    1. com (commercieel),
    2.  .edu (educatief),
    3.  .gov (Amerikaanse overheid),
    4. .org (non-profit organisatie),
    5.  of .net (netwerk)

Accuracy – Nauwkeurigheid:

Dit gaat over de betrouwbaarheid, waarheidsgetrouwheid en juistheid van de inhoud

Vragen die je kunt stellen zijn:

  1. Waar komt de informatie vandaan?
  2. Wordt de informatie ondersteund door bewijs?
  3. Is de informatie beoordeeld door een ander (peer-review)?
  4. Kun je de informatie in een andere bron of op basis van persoonlijke kennis verifiëren?
  5. Lijkt de taal of toon bevooroordeeld en vrij van emotie?
  6. Zijn er spel-, grammatica- of andere typografische fouten?

Purpose – Doel:

Hier onderzoek je de reden waarom de informatie bestaat

Vragen die je kunt stellen zijn:

  1. Wat is het doel van de informatie? om te informeren? onderwijzen? verkopen? vermaken? overtuigen?
  2. Maken de auteurs/sponsors hun intenties of doel duidelijk?
  3. Is de informatie feit? mening? propaganda?
  4. Lijkt het standpunt objectief en onpartijdig?
  5. Zijn er politieke, ideologische, culturele, religieuze, institutionele of persoonlijke vooroordelen?

 

Conclusie

De CRAAP-test is een handig hulpmiddel om leerlingen bewust bezig te laten zijn met het beoordelen van de betrouwbaarheid van online bronnen. Je kunt leerlingen per vraag een score laten toekennen, en de scores met elkaar vergelijken. Dit is eigenlijk overal in te zetten waar leerlingen online bronnen gebruiken om opdrachten uit te voeren.

Bronnen

Blakeslee, Sarah (2004) “The CRAAP Test,” LOEX Quarterly: Vol. 31: No. 3, Article 4. Available at: https://commons.emich.edu/loexquarterly/vol31/iss3/4

Auteur: Josien Boetje

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *